Referentiekaders, sociale groep

Bij toenemende angst en onzekerheid neemt de behoefte aan toetsing van de eigen beleving aan externe referentiekaders toe. Het ligt voor de hand dat velen zich daarvoor primair tot de eigen in-groep richten, tot datgene wat vertrouwd is, waar men zich bij voelt horen en die een vorm van holding kunnen bieden.  Hierdoor kunnen angst en onzekerheid  worden verlaagd en neemt de bereidheid om zich te conformeren aan het geboden referentiekader toe.

Naarmate de behoefte aan holding door de groep sterker is, groeit  daarmee ook het belang van de groep voor het gevoel van veiligheid van het individu en daarmee ook het gevaar van uitsluiting, van verlating.  De groep heeft eigenschappen van een  psychologische  mini-massa met de daaraan inherente kenmerken.

Andere referentiekaders worden gevonden bij partners, familie en vrienden, collega’s op het werk en op social media, die in feite ook mini-groepen vormen. In al deze gevallen groeit bij oplopende angst, spanning en onzekerheid eveneens de behoefte aan reductie ervan door het zich verbonden voelen met deze nabije lotgenoten die hetzelfde overkomt, hetzelfde meemaken. Zich conformeren verhoogt hierbij de illusie van veiligheid.

Volwassenheid kenmerkt zich onder meer door het vermogen een eigen authentiek standpunt in te nemen en zich daarmee te differentiëren binnen de groep.

Naarmate de groep belangrijker voor iemand is, wordt dit moeilijker. En zeker wanneer veiligheid wordt gezocht in consensus neemt differentiatie af ten gunste van de  ongedifferentieerde ego-massa van de groep.

Nog meer referentiekaders worden gevonden bij – en ook gretig aangeboden door – publieke en commerciële aanbieders van informatie zoals omroepen en kranten. Ook hier zal de  de scherpte van de kritische bril van het individu mede bepaald worden door het vertrouwen dat hij schenkt aan deze nieuws autoriteiten.

Indien deze sociale omgevingen van het individu grosso modo met dezelfde informatie worden gevoed dan valt te verwachten dat dit de drempel voor kritisch beschouwingen zal verhogen terwijl resonantie en echo van het heersende narratief worden gefaciliteerd, versterkt door de angst reducerende mechanismen en het persoonlijke palet van afweermechanismen.

Aparte aandacht verdient het concept schaamte. Schaamte is een aantasting van het zelfgevoel door een aan zichzelf toe geschreven gebrek of falen. Anticiperende schaamte is het verwachten dat men zich voor bepaald gedrag zal gaan schamen.

Schaamte kan ontstaan door het hebben van gedachten en gevoelens waarvan men weet of vreest dat deze niet corresponderen met die welke gangbaar zijn  in de sociale omgeving. Schaamte of anticiperende schaamte kan ertoe bijdragen om vast te houden aan een sociaal wenselijk of voorgeschreven narratief.

Net als angst maakt (anticiperende)  schaamte onzeker, kwetsbaar. Deze gevoelens wil men trachten te voorkomen of neutraliseren. Agressie is daartegenover een sterk gevoel en kan schaamte overdekken. Agressie kan in fysiek geweld geuit worden maar zich bijvoorbeeld ook tonen in (morele) veroordeling, ridiculisering, beschimping. Vaak verraadt een agressieve opstelling achterliggende angst, onzekerheid, schaamte.